De inkomsten en uitgaven in onze meerjarenbegroting zijn structureel in evenwicht
Het beeld in deze begroting is dezelfde als we beschreven in de Kadernota 2025, die op 4 juli in de raad is besproken. Het saldo van inkomsten en uitgaven is in 2025 tot en met 2028 (na mutaties in de programmabegroting):
Bedragen * € 1,000 | ||||
Begrotingsjaar | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Begrotingssaldo Kadernota | 551 | 0 | 46 | 885 |
Mutaties programmabegroting | -96 | -96 | -96 | -96 |
Begrotingssaldo Programmabegroting | 455 | -96 | -50 | 789 |
In de Kadernota 2025 hebben we aangegeven dat we in 2026 ongeveer € 0,5 miljoen uit de algemene reserve nodig hebben. Dat heeft te maken met de nieuwe financieringssystematiek van het Rijk. Deze bijdrage uit de algemene reserve is in de begroting voor 2026 verwerkt.
Voor bijna 60% van de inkomsten zijn we afhankelijk van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Ook ontvangen we allerlei uitkeringen, die ingezet moeten worden voor specifieke doelen en waarover apart verantwoording moet worden afgelegd.
Er zijn open-einderegelingen
Dat betekent dat er voor bepaalde onderwerpen geen budgettair plafond is. Dat geldt met name voor de uitvoering van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet.
Er zijn ontwikkelingen waardoor inkomsten en uitgaven kunnen wijzigen
We zijn afhankelijk van de uitkeringen van het Rijk. De gevolgen van de Rijksbegroting hebben we nog niet in onze begroting kunnen meenemen.
Voor de uitgaven zijn we afhankelijk van ontwikkelingen rond lonen en prijzen. Daardoor kunnen bijvoorbeeld afwijkingen komen van begrote investeringsbedragen. En bestaande en nieuwe opgaven en crises kunnen van invloed zijn op de financiële positie.