Voor het beoordelen van de robuustheid van de begroting is inzicht nodig in de omvang en de achtergrond van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Hierbij maken we onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.
De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere éénmalige tegenvallers op te vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau.
Met structurele weerstandscapaciteit worden de financiële middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken.
De verwachte incidentele weerstandscapaciteit bedraagt per 31 december 2025 (bedragen * € 1.000) | |
---|---|
Incidentele weerstandscapaciteit | Bedrag |
Algemene reserve | 30.647 |
Reserve grondexploitatie (voor risicoreservering) | 4.248 |
Stille reserve | 1.361 |
Onvoorzien | 56 |
Totaal | 36.312 |
Algemene reserve
De Algemene reserve is een reserve zonder bestemming en daardoor in beginsel vrij aanwendbaar. De Algemene reserve dient als buffer voor het opvangen van eventuele onvoorziene uitgaven (incidenteel) waarmee in de planning geen rekening is gehouden en die noodzakelijkerwijs dienen plaats te vinden. Hierbij valt te denken aan:
- financiële risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorzieningen zijn gevormd of waarvoor in de begroting geen financiële middelen zijn gereserveerd, omdat er nog geen getrouwe kwantificering van de risico's kan plaatsvinden;
- het opvangen van eventuele tekorten in de jaarrekening;
- het opvangen van een eventueel begrotingstekort.
De vrije algemene reserve kan worden ingezet voor de dekking van incidentele exploitatie-uitgaven.
Stille reserves
Van stille reserves is sprake wanneer activa niet duurzaam aan de bedrijfsuitoefening zijn verbonden. In de praktijk gaat het om onroerende zaken die in eigendom zijn van de gemeente en die niet meer nodig zijn voor de bedrijfsuitoefening. Het gaat daarbij om gemeentelijke gebouwen die binnen twee jaar verkocht kunnen worden en losse pachtgronden.
In oktober 2012 stemde de raad in over te gaan tot verkoop van gemeentelijke gebouwen die niet direct onderdeel uitmaken van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Afgelopen jaren is een aantal panden verkocht. Wij schatten in dat de verkoop van de overige gebouwen na afkoop van de boekwaarde samen nog € 200.000 oplevert. Enkele jaren geleden is als beleidslijn vastgelegd dat de netto verkoopopbrengst wordt gereserveerd voor de versterking van Krachtpanden. Daarmee neemt deze stille reserve bij elke verkoop geleidelijk af. De stille reserve komt daarmee feitelijk alleen beschikbaar als er voor directe noodzaak wordt overgegaan tot verkoop van de panden.
Wij hebben circa 15 hectare grond in losse pacht uitgegeven. De stille reserve van deze laatste gronden bedraagt circa € 1.010.000. De pacht en losse pacht geven een structurele netto opbrengst in de begroting. Als de stille reserve moet worden ingezet, ontstaat er tegelijkertijd een structurele ombuigingstaakstelling van circa € 10.000.
Onze gemeente beschikt over een stille reserve van in totaal € 1.361.000 (€ 351.000 + € 1.010.000)
Onvoorzien
Gemeenten zijn verplicht voor onvoorziene uitgaven een (vrij te bepalen) bedrag op te nemen in de Begroting. In de meerjarenbegroting is een stelpost onvoorzien opgenomen van € 56.000 per jaar.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit onbenutte belastingcapaciteit, onbenutte investeringsruimte en onbenutte begrotingsruimte. De verwachte totale structurele weerstandscapaciteit ziet er de komende jaren als volgt uit:
* bedragen * € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Structurele weerstandscapaciteit | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Vrije begrotingsruimte | 455 | -96 | -50 | 789 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 715 | 715 | 715 | 715 |
Bestemde begrotingsruimte | 1.836 | 794 | 607 | 758 |
Totaal | 3.006 | 1.413 | 1.273 | 2.263 |
Vrije begrotingsruimte
De vrije begrotingsruimte is beperkt tot het saldo van de begroting. Jaarlijks wordt deze ruimte betrokken bij de financiële ontwikkelingen in de Kadernota en de begroting.
Naast deze ruimte is er in de begroting rekening gehouden met prijsstijgingen voor de materiële uitgaven, de subsidies en verbonden partijen. Deze ruimte is zoveel mogelijk verwerkt op de functionele raming van de uitgaven. Zolang deze mogelijkheid voor prijscompensatie nog niet is verplicht biedt dit de mogelijkheid om structurele tegenvallers op te vangen. Het niet volgen van stijgende prijzen levert een nieuwe besparingsopdracht op.
Onbenutte belastingcapaciteit
Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit kijken we naar de drie belangrijkste inkomsten van de gemeente te weten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing, voor zover deze laatste twee niet maximaal mogelijk en/of kostendekkend zijn.
De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het tarief van gemeenten die onder financieel toezicht staan (zogenaamde artikel 12-gemeenten). Het percentage van de WOZ-waarde voor artikel 12-gemeenten is gebaseerd op het gewogen landelijk gemiddelde van de WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking.
Voor de OZB hanteren we de zogenaamde artikel 12 norm. Op basis van de Meicirculaire 2024 is deze norm 0,1595 %. De onbenutte belastingcapaciteit voor de OZB is als volgt berekend:
Onbenutte belastingcapaciteit 2025 | Woningen | Niet woningen gebruikers | Niet woningen eigenaren | Totaal |
---|---|---|---|---|
Waarde onroerende zaken | 2.819.868 | 704.269 | 806.114 | € 4.330.250 |
tarief | 0,0933 | 0,1992 | 0,2675 | |
Opbrengst | 2.632 | 1.403 | 2.156 | € 6.191 |
Gemiddeld tarief OZB gemeente | 0,1430 | |||
Normtarief OZB | 0,1595 | |||
Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen | 0 | |||
Totaal onderdekking riolering | 0 | |||
Gecorrigeerd normtarief OZB art 12 | 0,1595 | |||
Normopbrengst OZB op basis van normtarief artikel 12 | € 6.907 | |||
Opbrengst OZB | € 6.191 | |||
Onbenutte belastingcapaciteit | € 715 |
Omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing maximaal kostendekkend zijn, wordt bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit alleen naar de OZB gekeken.
Bestemde begrotingsruimte
In de begroting is een aantal ‘stelposten’ opgenomen. Dit zijn bedragen die al zijn verwerkt in de begroting, maar nog geen definitieve bestemming hebben of nog niet kunnen worden toegerekend aan specifieke taakvelden. De volgende stelposten zijn opgenomen:
* bedragen * € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
Opgenomen stelposten | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Organisatieontwikkeling | 639 | 659 | 299 | 299 |
Algemene uitkering (taakmutaties en te ontvangen BCF) | 70 | -330 | -230 | -130 |
Rijksbijdrage Jeugd (hervormingsagenda) | 0 | -340 | -252 | -252 |
Algemene prijsindexatie en salarisontwikkelingen | 577 | 182 | 119 | 170 |
Vervangingen in ICT | 302 | 327 | 327 | 327 |
Structureel onderhoud wegen (areaaluitbreiding) | 48 | 96 | 144 | 144 |
Zwembaden | 200 | 200 | 200 | 200 |
Totaal | 1.836 | 794 | 607 | 758 |
Afgelopen jaar is in het kader van de organisatieontwikkeling een Meerjarenontwikkelagenda (MOA) opgesteld waarin is opgenomen waar we de komende 2 jaar aan willen werken met elkaar. De verwachte benodigde middelen hiervoor zijn opgenomen op een stelpost. Bij inzet van de stelpost verplaatsen we het bedrag naar het betreffende taakveld/thema. Dit kan ook een structurele inzet zijn.
Het BTW-Compensatiefonds (BCF) heeft een plafond. Op basis van de ruimte onder het plafond van het jaar 2023 mogen we in de begroting 2025 een structurele stelpost opnemen. De provinciaal toezichthouders gebruiken dit als richtlijn bij het beoordelen van de (meerjaren)begroting. Het advies is wel om voorzichtig te zijn met het opnemen van een raming voor dit dekkingsmiddel. Voor onze gemeente is de ruimte onder het BCF plafond ongeveer € 600.000. We zijn voorzichtig met het inboeken van deze ruimte.
Voor de ontvangen gelden voor taakmutaties algemene uitkering is een bedrag van € 70.000 opgenomen.
Voor de hervormingsagenda Jeugd is een te ontvangen compensatie vanuit het Rijk opgenomen vanaf 2026.
Voor de salarisontwikkeling (volgen van de cao) en de prijsindexatie is een totaalbedrag opgenomen. Elk jaar stellen we een actuele (personeels)begroting op waarbij de bedragen in de stelpost worden ingezet.
Voor vervangingen, doorontwikkeling en aanschaf van ICT middelen en software hebben we jaarlijks een budget gereserveerd.
Voor het structureel onderhoud van de wegen is elk jaar een bedrag gereserveerd. Dit is al toegerekend aan het taakveld wegen, maar nog niet nader uitgesplitst.
Ook voor de ontwikkeling van de zwembaden zijn bedragen gereserveerd, namelijk € 200.000 structureel per jaar vanaf 2024.