Programma's

11. Dekkingsmiddelen

Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron voor gemeenten. De ontwikkeling van het gemeentefonds bepaalt in belangrijke mate onze financiële ruimte. Gemeenten kunnen zelfstandig beleid voeren met het geld dat het Rijk beschikbaar stelt uit het gemeentefonds. Gemeenten moeten echter wel de hen wettelijk opgedragen taken bekostigen met het geld dat zij uit het gemeentefonds ontvangen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de uitvoering van de Jeugdzorg en het verstrekken van bijstandsuitkeringen. 
Drie keer per jaar informeert het Rijk de gemeenten met een circulaire over het gemeentefonds:

  • in mei/juni op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk (meicirculaire)
  • in september op basis van de Miljoenennota van het Rijk (septembercirculaire)
  • in december op basis van de Najaarsnota van het Rijk (decembercirculaire)

Conform de regelgeving baseren we de Programmabegroting op de meicirculaire. De omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontwikkelt zich volgens een normeringssystematiek. Daarnaast voegt het Rijk geld toe of onttrekt geld als er gemeentelijke taken van rijkswege bij komen of juist worden afgeschaft. De normeringssystematiek houdt in dat het gemeentefonds als het ware meebeweegt met een groot gedeelte van de rijksuitgaven, volgens het principe ‘samen de trap op en samen de trap af’. Op deze manier bepaalt het Rijk het jaarlijkse groeipercentage (het accres) van het gemeentefonds.

Deze pagina is gebouwd op 10/28/2024 16:11:20 met de export van 10/28/2024 16:03:56