De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De verwachting is dat de rente de komende tijd verder zal stijgen. De ECB wil daarmee de hard opgelopen inflatie in de eurozone bestrijden.
Risicobeheer
Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (beide benoemd in de Wet fido).
Kasgeldlimiet
De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft de afgelopen jaren het volgende verloop gehad:
- Kasgeldlimiet 2023 € 5,6 miljoen
- Kasgeldlimiet 2024 € 6,3 miljoen
- Kasgeldlimiet 2025 € 6,4 miljoen
Door wijziging van de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) zijn decentrale overheden verplicht om overtollige liquide middelen tegen marktconforme rente in de schatkist aan te houden. Deze regeling trad per 31 december 2013 in werking.
Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft betrekking op het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten van de lange termijn financiering. De renterisiconorm stelt dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen samen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Voor 2025 staan € 3,1 miljoen aan aflossingsverlichtingen op het programma en blijven we binnen de norm. De leningenportefeuille bestaat eind 2025 uit 6 leningen met een looptijd van 14 tot 25 jaar. Hoe meer de aflossing van de schuld in tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor rentewijzigingen. Het terugdringen van de schuldpositie is en blijft een ambitie voor de komende periode. De gemiddelde rente voor alle leningen bedraagt 0,89%.